Vandaag zette de Vlaamse regering het licht op groen voor het pilootproject ‘Vervoer op Maat’ voor de Westhoek. Dat is goed nieuws voor de regio, want ‘vervoer op maat’ zal met de invoering van basisbereikbaarheid van doorslaggevend belang zijn om het vervoeraanbod op peil te houden.
Een paar jaar geleden werd op Vlaams niveau basismobiliteit afgeschaft en basisbereikbaarheid aangekondigd. Met deze ommezwaai wilde de Vlaamse regering inzetten op minder buslijnen, maar tegelijk snellere openbaar vervoerverbindingen. Door het aantal lijnen te beperken en de middelen meer te bundelen op goed gebruikte openbaar vervoerassen, zal de reistijd met het openbaar vervoer aantrekkelijker worden in vergelijking met het private autogebruik. Voor een plattelandsregio zoals de Westhoek is dit uiteraard niet zonder risico. Vandaar dat de Westhoek zich met de invoering van basisbereikbaarheid als pilootregio succesvol aandiende bij de Vlaamse overheid, samen met de verstedelijkte regio’s rond Aalst en Mechelen.
Als pilootregio slaagde de Westhoek er als enige in om een consensus te vinden over hoe het kern- en aanvullend net er moet uitzien. Dit werd uitgestippeld in het vervoerplan. In dit plan staat beschreven hoe en waar de voornaamste bus- en tramlijnen, en het aanvullend schoolvervoer georganiseerd moet worden. Tegelijk koppelden de Westhoekburgemeesters daar de realisatie van een aanbod ‘vervoer op maat’ aan. Dit vervoer op maat is de derde laag van basisbereikbaarheid – naast kernnet en aanvullend net – en heeft als doel gebruikers van het openbaar vervoer op een snelle en comfortabele manier bij de snelle openbaar vervoerassen te brengen. Het belang van deze derde laag in een plattelandsregio zoals de Westhoek met zijn vele dorpen en kernen kan moeilijk worden overschat. Snelle buslijnen zijn er per definitie schaars, dus is de toeleiding ernaar is van cruciaal belang.
Eind 2018 maakte de Westhoek een dossier op van iets minder dan 1 miljoen euro om experimenteel aan de slag te gaan met dit vervoer op maat. Dit dossier werd vandaag door de Vlaamse regering goedgekeurd en heeft twee facetten. Enerzijds wordt er ingezet op een extra aanbod met taxiritten aanvullend op het bestaande belbusaanbod. De bedoeling is om op specifieke momenten extra aanbod in de regio aan te bieden om gebruikers van openbaar vervoer te bedienen met taxi’s. Dit systeem wordt verder aangevuld met een regionaal aanbod van deelfietsen waarbij gebruikers de zogenaamde ‘last mile’ met een deelfiets kunnen overbruggen om van hun dorp aan te takken op een snelle nabij gelegen openbaar vervoeras.
Anderzijds wordt met deze experimentele middelen voor vervoer op maat ingezet op twee grensoverschrijdende verbindingen vanuit de Westhoek. De Westhoek heeft immers een lange grens met Frankrijk waar ook een openbaar vervoersysteem aanwezig is. Sinds jaar en dag functioneert dit Franse systeem volledig onafhankelijk van het Vlaamse openbaar vervoersysteem. Het maken van slimme verbindingen tussen beide, biedt opportuniteiten voor gebruikers uit de Westhoek. Op vandaag bestaat er reeds een verbinding vanuit De Panne met Dunkerque die door het Franse DKbus wordt aangeboden. In het kader van het deze morgen goedgekeurde dossier zullen vanuit Vlaamse zijde twee extra lijnen worden aangeboden: vanuit Ieper naar Armentières waar aangetakt kan worden op het Rijselse openbaar vervoernetwerk en vanuit Poperinge over Steenvoorde naar Hazebrouck waar de verbinding gemaakt wordt met o.m. het Franse HST-netwerk.